Tot in de kern

Paarden kunnen niet rond de pot draaien


“Hier heb ik niets aan!” schreeuwde de vrouw en stormde naar de andere kant van de lange paardenwei. Weg van mij, weg van de groep paarden en ponies die allen hun rug naar haar gedraaid hadden met een schijnbaar afwezige blik in hun ogen. Hoewel ik vermoedde dat de paarden zich heel erg bewust waren van wat er zich de laatste 40 minuten had afgespeeld, de vrouw was het gevoel dat ze niet gezien werd duidelijk beu. Laat het net op dàt moment zijn, dat één van de paarden opkeek. De ruin keek over zijn schouder in de richting van de vrouw, die overigens nog steeds met vastberaden pas naar de overkant aan het snelwandelen was, en kwam in beweging. Hij draaide zich om en liep haar achterna, als een trouwe hond die zijn baasje volgt.

 

Eenmaal aangekomen aan de verste uithoek van de wei, merkte de vrouw haar volgeling op. “Aaaah nee hoor, nu moet je niet meer afkomen!” schreeuwde ze, zo hard dat ik het kon horen. De ruin stopte abrupt. Stond daar en keek haar aan. De vrouw keerde haar lichaam weg, armen gekruisd, met haar blik op oneindig. Dezelfde blik die de paarden nogmaar enkele minuten geleden hadden. De ruin was echter niet van plan om zich zo snel van zijn melk te laten brengen. Hij bleef staan, en bleef naar haar kijken.

 

Zo stonden ze daar dan, “a Mexican stand-off” bedacht ik mij, zo spannend was het. Wie zou er als eerste bezwijken? Ik zag hoe de ruin zijn hoofd liet zakken, zo traag dat het bijna niet opviel. Even subtiel bewoog de vrouw haar ogen, in haar ooghoeken keek ze naar de ruin. Het was niet veel, maar net genoeg, hij had gezien dat zij hem gezien had. Alsof hij haar aan het besluipen was, kroop hij voorzichtig dichterbij tot op het punt dat hij haar bijna aanraakte. Bijna, maar niet helemaal. Zo stonden ze daar, de vrouw nog steeds over het hek in de verte kijkend, de grote ruin aan haar zijde, zo dicht dat ik mij afvroeg of zijn snorharen niet aan haar arm kietelden.

 

Zo stonden ze daar dan, minuten lang, geen stand-off meer, de spanning was verminderd maar toch lang genoeg dat ik mij begon af te vragen of ik er heen moest of niet. Net wanneer ik besloot de oversteek te maken, smolt de strenge houding van de vrouw. Ze liet haar armen zakken, draaide haar schouders en het hoofd van de ruin duwde zich tegen haar bovenlichaam aan, alsof het daar altijd al had thuisgehoord.

 

“Hij is wel heel erg in your face hé”, was het eerste wat de vrouw vertelde nadat ik haar en de ruin had vergezeld. Ik dacht dat ze het had over het feit dat hij zo dicht in haar persoonlijke ruimte kwam, maar nee. De vrouw had het over het feit dat de paarden excat deden wat de mensen rond haar ook met haar doen. Met dat verschil dan, dat het paard meer geduld had getoond. “Bij mij is het altijd alles of niets, en ik wéét wel dat ik een middenweg moet vinden maar dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan!”

 

Net als bij mensen had de vrouw zich helemaal gesmeten in het contact met de paarden, dewelke zich hiervoor hadden afgesloten. Gekwetst en teleurgesteld was de vrouw weggegaan, wat ruimte creeëerde voor eigen initiatief van de paarden. Ze voelde zich initieel echter dusdanig afgewezen dat ze de avances van de ruin niet kon ontvangen. Gelukkig hield hij stand en werkte zijn charme-offensief uiteindelijk toch.

 

“Ze vallen wel direct met de deur in huis hé, die beesten van jou”, verkondigde ze. “Die paarden draaien niet rond de pot.” Ze vertelde hoe ze al vele therapiën heeft gehad, maar nog nooit een therapievorm waarbij er direct tot in de kern wordt gegaan.

Laat net dat hetgene zijn dat therapie met paarden zo bijzonder maakt, zij kunnen helemaal niet rond de pot draaien.