Zachte rauw


 

Maanden geleden, tijdens een intakegesprek, wandelde ik samen met iemand langs de grote weide waar de kudde leeft. De vrouw vertelde over iemand die ze verloren had, lang geleden, en huilde stilletjes. Ze was verbaasd. Verbaasd door haar tranen, dat ze na al die jaren nog zoveel verdriet kon voelen maar vooral ook door de pony die ons ondertussen tegemoet kwam gewandeld.

 

Jolientje had de grote weide overgestoken, weg van haar kudde die aan de overkant samen stond te grazen. De pony kwam tot op een paar meter van de omheining en ging zo staan op dat ze zowel de andere paarden als ons in haar gezichtsveld hield. Daar ging ze op rust staan.

 

Afgeleid door de pony, spraken we over de paarden en legde ik uit hoe niet alle leden van de kudde deel uitmaken van het therapie-team. “Jammer”, zei de vrouw teleurgesteld toen ze vernam dat Jolientje dus geen therapie pony was. “Ze heeft zo een lieve uitstraling en ik had echt het gevoel dat ze naar mij toekwam.”

 

Zelf was ik ook wel verbaasd door de pony. Ik kende Jolientje nog niet zo goed, wel wist ik dat ze eerder timide van aard is. Ik had haar zich nog nooit zo van de groep zien verwijderen en vroeg mij ook af wat haar beweegreden was geweest. Zou ze dan toch gereageerd hebben op dat verdriet?

 

Toeval wil dat enkele maanden later Jolientje startte met een proefperiode als deel van de equipe. Al snel werd duidelijk dat verdriet een thema is waar zij steeds heel erg op reageert. Waar ze ook  staat op de weide, nog voor de eerste traan rolt komt Jolientje zich aandienen. Met haar zachte neus tegen een wang of haar volledige hoofd tegen het bovenlichaam aangedrukt. Soms naast iemand, vaak recht tussen ons in of met haar hals en hoofd gebogen om het verdriet heen. Haar manen vangen dan de tranen op en haar lichaam vormt een warme schuilplek. “Ze is zo zacht”, zo wordt ze meestal omschreven. Dan verwijzen mensen niet enkel naar haar vacht maar vooral naar hoe ze zich aanbiedt en zorg draagt voor die kwetsbare emotie.

 

Ze doet het zo vaak, zo consequent, dat het niet meer aan toeval toegeschreven kan worden. Deze pony heeft iets met verdriet en rouw… Of toch? Toen Joke kwam te overlijden, volgden enkele weken gevuld met intens verdriet, zowel voor mezelf als iedereen die over de vloer kwam.
Daar stond ik dan, in het midden van de therapieweide die zo leeg voelde zonder de aanwezigheid van de witte merrie, getroost door de overtuiging dat Jolientje het verdriet ging helpen dragen… maar ze bleef op afstand. De jonge dame die naast mij stond, sprak kort over hoe erg ze het vond dat Joke overleden was. Dat ze het vreemd vond hier verdriet rond te voelen omdat ze eigenlijk nog niet zo lang naar therapie kwam en dus Joke niet goed kende, waarna ze het steeds wou hebben over mìjn verdriet in plaats van het hare. Ze redeneerde dat ik meer verdriet moest hebben, alsof ik meer recht had op deze gevoelens, want ik had het paard ten slotte veel langer gekend.


Hoewel ik haar emotie trachtte te valideren en bestaansrecht wou geven, kaatste ze al mijn pogingen af. Een tijdje pingpongden we zo heen en weer, en Jolientje bleef maar cirkeltjes draaien rond ons, net buiten handbereik. Dit hield ze vol, tot de sessie op zijn einde liep en ik de vrouw een laatste keer trachtte terug te brengen naar haar eigen gevoelens van verdriet en afscheid.

 

Bij het zien van de koester-kist die ik voor Joke had gemaakt en het aanbod dat de vrouw hier aan mocht bijdragen, werd ze stil. Nog voor ik het goed en wel merkte, stond Jolientje daar ineens. Voorzichtig en onopgemerkt was ze dichterbij gekomen, met haar neus zocht ze de trillende hand van de vrouw. Daar had je het dan, die rauwe rouw. Ze huilde intens, leunde tegen de schouder van de pony en liet haar hand door de warme vacht glijden. De ruwe pijn werd ontvangen en beantwoord met zachtheid.