Zonder oordeel

De kudde observeren


 

Onlangs kreeg ik een doorverwijzing van een collega psychotherapeute. De reden van doorverwijzing was het feit dat de man erg veel moeite had om in contact te komen mijn zijn gevoelswereld, alles rationaliseerde, en de psychotherapeute daarom niet verder geraakte via de verbale weg en dus hoopte dat een non-verbale aanpak hier een uitkomst voor kon bieden.

 

In de eerste contacten merkte ik echter dat de man zich bijzonder afhankelijk opstelde tegenover mij. Hij was voornamelijk gericht op ‘het juist doen’, hij kon niets ondernemen zonder mijn goedkeuring, vroeg steeds bevestiging, en wanneer mijn goedkeuring en bevestiging uit bleven kwamen we tot een stilstand. Keer op keer leidde dit tot erg veel frustraties bij de man, ondanks het feit dat ik bleef benadrukken dat het niet de bedoeling was om van hem een ‘paardenkenner’ te maken en dat hij hier niet was om te leren ‘hoe je met paarden omgaat’.  Zijn aanhoudende vraag naar mijn bevestiging voelde bijna als een soort strijd.

 

Op zoek naar een manier om ons uit deze impasse te halen deelde ik bij de volgende sessie de piste in twee delen op. Aan de ene kant stonden twee pony’s en een paard, de andere kant was leeg. Bij aankomst ontving ik de man in de ‘lege’ kant van de piste. Ik vroeg hem om met zijn gezicht naar de dieren te gaan staan op een plek die voor hem comfortabel was. Hij ging zo dicht mogelijk tegen de de barière die de piste in twee verdeelde staan, pal in het midden van de piste. Ik nam plaats naast de man, met mijn gezicht in de andere richting, zodanig dat ik de paarden niet kon zien. Vanuit deze positie deden we enkele observatie en vrije associatie oefeningen. Door mijn eigen blik te verwijderen van de scène, was het onmogelijk om te oordelen over wat de man mij vertelde. Het wegvallen van dit oordeel werkte enigszins verlossend, de man sprak met meer vrijheid over wat hij zag gebeuren.  

 

De enige informatie die ik had, was wat de man zei, dus het enige waar ik op kon ingaan was zijn taal, zijn beleving. Ik kon letterlijk niet antwoorden op de vraag of zijn observaties al dan niet juist waren en hoe hij deze diende te interpreteren. Dit leek  verlossend te werken, de man sprak met meer vrijheid over wat hij zag gebeuren. Hij vertelde hoe het paard en beide pony’s helemaal aan de andere kant van de piste waren gaan staan, aan de poort, met hun gezicht naar de weilanden waar andere paarden stonden. Hij vertelde dat het saai was en hij niet snapte wat het nut was van deze oefening, de paarden stonden daar maar naar het gras te kijken. Waarschijnlijk hadden ze honger en wouden ze daar helemaal niet zijn, op het gras was het toch veel aangenamer. Die paarden wouden daar eigenlijk gewoon weg, bij de andere paarden lekker gaan grazen… Met nieuwsgierigheid stelde ik enkele vragen over de paarden, over zijn observatie, over hoe het voor hem was dat de paarden daar stonden en naar de wei en het gras keken.

 

De man kwam er op uit dat hij zich erg afgewezen voelde door de paarden die daar in een hoekje stonden, dat hij eigenlijk niets liever wou dan onder de barière door kruipen en bij hen gaan staan. “het is alsof ze mij niet zien, alsof ik niet besta”. De man werd stil en ik besloot om even de stilte te laten bestaan toen ik plots de zachte neus van één van de dieren tegen mijn arm voelde. Automatisch zette ik een stapje opzij, weg van de man. In mijn ooghoek zag ik hoe het paard haar hoofd over de barière heen bracht en tussen onze schouders in kwam staan. Vervolgens zag ik dat de kleinste pony aan onze kant van de barière liep. Hij was er blijkbaar onderdoor gekropen en kwam aan de andere kant van de man staan. Ik weet niet goed hoe lang we daar zo gestaan hebben. Het paard en beide pony’s hadden plaats genomen rond de man, de zon scheen warm op hun vacht en de man die anders steeds aan het woord is, en de ene na de andere vraag op mij afvuurt, stond in stilte. Uiteindelijk besloot ik mij om te keren, met mijn gezicht in dezelfde richting. Met het paardenhoofd tussen ons konden de man en ik elkaar niet zien. Hij begon spontaan te spreken, over hoe pijnlijk het was om zich buiten gesloten te voelen toen de dieren aan de andere kant van de piste stonden, over hoe hij een ‘logische verklaring’ zocht voor hun gedrag maar dit geen verlichting bracht voor de pijn. Over zijn verbazing toen de dieren zich plots omdraaiden en naar hem toe kwamen gelopen nadat hij gezegd had dat hij het gevoel had niet te bestaan. Hij realiseerde zich dat dit een herkenbare pijn was. Het deed hem denken aan zijn kindertijd. Als kind kreeg hij eveneens geen bestaansrecht, zijn moeder was al zo lang hij zich kon herinneren ziek. Hij bestond enkel in functie van haar beter maken, het goed doen voor haar. Zijn behoefte aan warmte, nabijheid, troost, werden nooit gezien en dus ook nooit ingevuld.

 

Door te beseffen waar hij nood aan had, konden de man en ik hierna opzoek gaan naar de invulling van zijn behoeften. De paarden zochten keer op keer meer toenadering, boden hem nabijheid en troost. Op haar beurt kon de psychotherapeute hierdoor verder ingaan op zijn positie als kind binnen zijn gezin van herkomst en hoe dit zijn huidige relaties impacteert.